zaterdag 26 mei 2007

Schreefloosch

Slide3Het lettertype Helvetica (1957, Max Miedinger) bestaat vijftig jaar. Even aandacht dus. Toen ik dit blog begon heb ik bewust gekozen voor een schreefloze letter. Bij schreefloze letters denk ik nog altijd primair aan de Helvetica. Door Microsoft werd mijn keuze echter beperkt tot de Arial. Waarom de Helvetica niet, of moeilijk, op het internet kan worden gebruikt is me niet helemaal duidelijk.



Schrijven op het internet is anders dan schrijven in een krant. Dat heeft te maken met het oog van de lezer. Als je schrijft voor het ‘www’ moet je ervoor zorgen dat je tekst niet te lang is. Je hebt te maken met de surfende lezer. Die haakt snel af. Je moet dus zorgen voor pakkende kopjes en korte zinnen. Om het duidelijker, vlotter, leesbaarder te maken kies je dus voor een lettertype zonder franje.



De grootste fout van een uitgever zou kunnen zijn om Anna Karenina schreefloos te laten drukken. De schreefloze letter dient voor korte teksten. Primair voor bewegwijzering. Maar ook voor brochures, gebruiksaanwijzingen en voor internetteksten dus.







Toch wordt met de schreefloze letter nog altijd gedweept door ontwerpers en architecten. De letter is voor deze lieden geen middel, maar doel geworden. Zij gebruiken hem om reclame te maken voor zichzelf, een zeker esthetisch effect te verkrijgen. Gebakken lucht oogt beter dan Gebakken lucht. De brochures van veel architectenbureau’s dienen niet zozeer om te tonen hoe men in behoeften kan voorzien, maar meer om te laten zien dat men begrepen heeft wat ‘goede smaak’ is. Maar niet alleen brochures, ook hele boekwerken publiceert men – zelfs in het post-modernistische tijdperk, waarin franje weer mag - het liefst schreefloos.






Wim Crouwel is bekend als de éminence grise van het modernistische uitgangspunt ‘less is more’. Volgens Crouwel ligt de betekenis in de tekst, níet in het lettertype. Daarmee toont hij aan over de werkelijke ontwerpersgeest te beschikken. Een ontwerper is geen kunstenaar, maar dienstverlener. Zijn ontwerp valt op door onopvallendheid. Daarin schuilt de ware grootsheid. Ik weet ook zeker dat zelfs Crouwel Russische literatuur in een schreefletter zou laten zetten.



vrijdag 25 mei 2007

documenta 12 - Ferran Adriá

AdriaVoorzover ik begrijp wordt de Spanjaard Ferran Adriá opgevoerd als één van de honderd kunstenaars. Het plaatje hierbij doet onmiddelijk denken aan een symbool van Antoni Tàpies; de rode vlek met zwarte lijnen heeft iets Miró-achtigs. Adriá is dan ook een geboren en getogen Catalaan. Hij is echter géén kunstenaar, maar kok. Wel één van de beste in de wereld. Vermoedelijk is zijn werk eetbaar. Wat krijgt de documentabezoeker voorgeschoteld in de Orangerie? Half gesmolten telefoon-met-kreeft op Dalíaanse wijze, of gewoon Tournedos Picasso?



donderdag 24 mei 2007

Hergé en Botticelli

Miró noemde hij eens als zijn grootste favoriet. Van de oude kunst prefereerde hij Botticelli. Wat deze laatste betreft heb ik op dit moment alleen Assouline’s Hergé-biografie (1996) bij de hand. Helaas wordt hierin niet bekend wát Hergé aantrok in Botticelli.










110hellBotticelli was meer middeleeuwer dan renaissanceschilder. Tijdgenoten zullen hem ‘conservatief’ hebben gevonden. De religieuze fanaticus Savonarola, die tegen het einde van het quattrocentro in Florence de macht naar zich toe trok, had een blijvende invloed op hem. Als het op politieke keuzes aankomt, was Botticelli misschien net zo naïef als Hergé. Ik ga hier niet dieper op in. Ik meld het alleen als frappante analogie. Botticelli was misschien - net als Hergé - eerder tekenaar, dan schilder, eerder een meester van de mise en scène, dan van het sprezzatura. Beiden hanteerden de ‘Klare Lijn’; beiden waren scenaristen.








File0001_7





Hergé was vooral liefhebber en verzamelaar van eigentijdse kunst. Hij had ook zélf graag schilder willen zijn. Op latere leeftijd heeft hij daartoe nog serieuze pogingen ondernomen; hij nam schilderlessen en liet de resultaten beoordelen door een bevriende kunstkenner. Deze zei hem eerlijk dat zijn schilderijen niet geweldig waren. Als perfectionist stelde Hergé zich niet tevreden met middelmatigheid. Hij accepteerde zijn incompetentie, zij het met moeite, en raakte nadien geen kwast meer aan.








Boven: Sandro Botticelli, detail uit Dante's Inferno (c. 1480-'85)



Onder: Georges Rémi: uit L'Oreille Cassée (1937)



dinsdag 22 mei 2007

documenta 12 - Buerger's Vragende Vormkwestie

F1ac3316bcb94a3b89aaa9e43cd86f7fpicture



Roger Buerger is de artistiek directeur van de documenta 12 (16 juni / 23 september). Zijn visie is te vinden op de documenta website. Buerger is iemand die binnen zijn betoog veel vragen stelt. Je krijgt even het gevoel dat je er zelf over mag nadenken, of dat ze retorisch zijn. Maar, dat is niet het geval. Buerger lijkt zo'n schoolmeester die zijn klas vragen stelt, om dan gauw - voordat de eerste wijsneus maar de tijd heeft z'n vinger op te steken - zélf het antwoord te geven. Het is in elk geval de moeite waard het stuk te lezen als voorbereiding op het bezoek aan Kassel. Buerger noemt de vormkwestie, of 'de migratie van de vorm' het hart van de tentoonstelling. Houdt daarbij Buerger's drie leitmotieven in de gaten; eveneens, hoe kan 't ook anders?, in de vragende vorm:



  • Vormen de modernen ons klassieke voorbeeld?


  • Wat houdt het naakte bestaan in?


  • Wat te doen?




Tekst Roger Buergel



documenta 12 website



donderdag 17 mei 2007

Overheid en kunst (Brandgrens slot)

Er is de afgelopen dagen veel geschreven over de Rotterdamse brandgrens. Nog even, een laatste keer. Dat gedoe van Adriaan Geuze met z’n Fallerische (Faller = modelspoorbaanspul) geraniumlandschapje op het Rotterdamse Schouwburgplein, en ook die lichtbundels van Jeroen Everaert, bevielen me niet. (Misschien zou een tv-programma ‘Kunst, kitsch of megalanomie’ grappig zijn). Nu ja, in Rotterdam (The Netherlands) blijft het kleinschalig, ook al lijkt het als altijd weer groot(s) bedoeld. Het kan erger. Ik verwijs in dit verband naar twee sites. Lees vooral over de ‘naïveteit’ van Leni Riefenstahl en zie de kitscherige statements van Gert Hof (1951) over zijn eigen werk. Voor wie volgend jaar wegens de Olympics naar Beijing afreist: ook daar valt Hof ter plekke - al voor de tweede maal - te bewonderen.



Img_0031Kitsch en de massa. Clement Greenberg schreef in 1939: 'Kitsch verandert uiterlijk, maar blijft inhoudelijk hetzelfde; het bestendigt het contact van de dictator met de volksziel' (vert. ep). Maar, ach meneer Greenberg, ook qua vorm is er intussen niet zoveel veranderd hoor. We hadden er een halve eeuw voor nodig de overeenkomsten tussen Hitler, Stalin en Mao te ontdekken. Ook tussen de Olympische spelen Berlin 1936 en die van 2008 in Beijing is het verschil te verwaarlozen.





Riefenstahl



Gert Hof



maandag 14 mei 2007

Brandgrens

Img_0023Tot vannacht twee uur, werd in Rotterdam de brandgrens gemarkeerd van het bombardement van 14 mei 1940. Dit gebeurde door enkele honderden lichtkanonnen, geplaatst om het oude centrum, met een omtrek van zo’n 12 kilometer.



Bommen op Rotterdam

Img_0034_2“Ik hoop het nooit meer mee te maken”, heeft mijn moeder (78) altijd gezegd. Jarenlang heeft ze het verdrongen: “Dat is geweest, dat was vroeger, daar moeten we nu niet meer bij stilstaan”. Maar vandaag wil ze er wel degelijk bij stilstaan. Duidelijk en, zelfs bijna tastbaar voor mij (53, en dus geboren in ’53 – óók een-rampjaar-maar-dit-ter-zijde), beschrijft ze wat zoal bij haar boven komt. Bij bomalarm met de buren onder de trap in het portiek. De angst geraakt te worden door scherven. Maar qua angst beleefde zij de oorlog het meest nabij, toen in maart 1943 – in plaats van een havencomplex – per vergissing haar woonwijk, Bospolder-Tussendijken door de geallieerden werd gebombardeerd. Het aantal slachtoffers was fors, ten minste een derde van dat van het 14-mei bombardement.









Vanavond vertelde ze me dat er ‘ook goeie moffen’ waren geweest. Zoals een zekere Wilhelm, die door mijn opa af en toe mee naar huis werd genomen. (Wilhelm hoefde natuurlijk niet te weten, dat zijn gastheer de bezetter tegenwerkte door machines in zijn eigen havenbedrijf onklaar te maken). Na de oorlog was alles zwart/wit. Je was goed of ‘fout’. Eén van de buurmeisjes, waarmee mijn moeder ‘onder de trap’ had geschuild, werd bij de bevrijding kaalgeschoren en beschimpt. Een broer van dit ‘moffenhoertje’ kwam nooit terug uit een Duits kamp.









Vanmiddag werd Zadkine's Verwoeste Stad, na een opknapbeurt, opnieuw geïnstalleerd.



zondag 13 mei 2007

Jonker Fransstraat



02_jonkerfransstraatrutecksVijf jaar na het in brand schieten van Rotterdam, liet de heer A. Hitler zichzélf in de fik zetten. Uiteraard nuttigde hij eerst een gifcapsule, waarbij hij zich tegelijkertijd een kogel door het zieke hoofd joeg. H’s verkoolde lichaam werd nooit terugggevonden. Rotterdam’s oude stadshart evenmin.































03_jonkerfransstrDe Jonker Fransstraat is een van de vele straten die op 14 mei 1940 grotendeels werden ausradiert. Alsof het bombardement niet erg genoeg was, werd deze eens zo typische stadse straat tijdens de jaren zeventig en tachtig verder verwoest door projectontwikkelaars. Gisteren maakte ik er een fotootje. Toegegeven: dit is het ergste stukje JFS. Verderop, meer richting centrum, gaat-het-nog-wel. (Tenminste, als je enig gevoel bezit voor humor en camp). Ik zou er niet willen wonen, maar fiets er graag doorheen.





























04_img_0025De eerste foto laat de straat zien tegen het einde van de jaren dertig. De tweede toont de kapotte straat vanuit hetzelfde standpunt. (Fotografen onbekend). De derde foto, eveneens zo’n beetje vanuit dezelfde gezichtshoek, maakte ik dus gistermiddag.



woensdag 9 mei 2007

De passagiers van lijn 8

Img_0021Museum Boijmans Van Beuningen maakt reclame op de tram. Soms, als ik uit mijn raam kijk, passeert lijn 8 met Boijmans' coryfeeën. Carel Fabritius kijkt me brutaal aan. Armand Roulin ziet me niet; zijn blik is naar binnen gekeerd. De marskramer is nog altijd de weg kwijt en Lichtenstein en Ader bezorgen me tranen met tuiten. Wie je allemaal niet tegenkomt in de Benthuizerstraat; 'I'm too sad to tell you'.



Img_0022_1